De Museumfavoriet van Carla

Toekomst, Kanaal Noord t.h.v. Koningshaven
(Rob en Hennie Froeling, 2000)

Het is half twee ’s middags op een prachtige lentedag. KOR-fotograaf René, Emmy en Carla Schutte, aan wie Marion Bekker het stokje heeft doorgegeven, strijken neer aan de oever van Kanaal Noord. Mensen die de OPEN audiotour hebben gedaan kennen deze plek als de favoriete plek van Kor, waar hij graag zit – het liefst met een blikje bier – herinneringen op te halen aan zijn tijd op de grote vaart. Emmy en Carla, daarentegen, kijken vooral vooruit, naar de Toekomst.

E: Superleuk dat Marion je heeft gevraagd!

CS: Ja, ik was ook meteen enthousiast, moet ik zeggen. Wat dat betreft heb ik wel iets met dit soort mooie verschijningsvormen van wat dan ook.

E: Dus kunst valt je al wel op?

CS: Ja, ongetwijfeld ga je je ook afvragen waarom ik deze dan heb gekozen en hoe ik wist dat die hier stond.

E: Inderdaad, hoe kwam je het kunstwerk tegen?

CS: Hoe kwam ik het tegen? Nou, dat is waar ik Marion van ken. We zitten samen in een bootcampclub en zeker in de winterperiode sporten wij hier in de stad, omdat het dan in het bos natuurlijk niet is verlicht. Onder andere hier bij het Potlood en daaromheen doen wij allerlei oefeningen; daar trekken wij sprintjes en springen wij op en af. We hadden hier een paar oefeningen gepland en op een gegeven moment – het was wat mistig – zeiden wij: ‘Hee, er zit iets in het water. Wat is dat nou weer?’ De eerste associatie was dat het een fiets was die in het water was gegooid. Maar toen het wat optrok, zag je dat het een heel intrigerend ding was. Wat is het precies? Door de mist konden we dit niet helemaal precies zien en of er misschien ook iets achter zat wat wij niet konden zien … Dus het heeft mij eigenlijk altijd wel geïntrigeerd, maar door de vraag van Marion ging ik pas opzoeken wat ik niet wist. Van tevoren wist ik de titel ook niet. Ik vond het mooi, ik vond het intrigerend.

E: Wat was het eerste wat je dacht toen je het zag?

CS: Het heeft iets heel krachtigs, een soort Luctor et Emergo-uitstraling: ‘Ik worstel en ik kom boven’. Kijk eens, ik kom boven en rijs boven het water uit, boven de moeilijkheden, en ik doe dat ook nog met trots en met fierheid. Dat is ook waar die gouden helm, wat mij betreft, voor staat. Dus het heeft echt iets van kracht, van overwinning.

E: En toen je erachter kwam wat de titel was, Toekomst, voegde dat iets toe aan het werk?

CS: Dat voegde op een bepaalde manier wel iets toe, omdat ik dacht, het heeft dus ook iets te maken met waar je naartoe gaat. Dat je altijd naar boven kijkt, altijd verder probeert te reiken naar waar je op dat moment bent.

E: Vind je het ook anders nu je zo dichtbij zit? Want ik kom er zelf meestal langsfietsen.

CS: En dan zie je het in een flits, hè?

E: Ja, vallen er nu dan hele andere dingen op?

CS: Nou, ik zie nu dat het postuur van het beeld ook heel krachtig is. Het is een gespierd uitgevoerd iemand. Ik moet zeggen, die touwen waren mij eerder nooit zo opgevallen. Het is een wat in elkaar geflanste ladder. Dus het heeft echt allemaal zoiets van ‘met de middelen die je hebt, probeer je naar boven vandaag uit te stijgen en naar de toekomst te klimmen’. Ik vind het heel mooi.

E: Ja, want het lijkt hoe hoger hij komt, hoe wankeler het wordt.

CS: Dat klopt. Het wordt steeds onduidelijker, onzekerder. De trap lijkt ook op te houden. Aan de andere kant, vanaf het standpunt waar die is, weet je dat misschien ook niet. Houdt die echt op of komt er nog iets boven?

E: Precies, je ziet ook niet waar hij vandaan komt. Voor veel mensen roept dat vragen op: waar zou die vandaan komen? Heb je daar weleens over nagedacht?

CS: We hebben destijds toch geprobeerd te kijken wat daar achter was in de mist, maar ook of je in het water kon zien of die op een soort blok staat of dat die trap nog verdergaat onderwater. Dat kun je niet helemaal goed zien. Zelfs nu denk ik, ja, ik zie een soort plateautje maar daaronder kan ik het niet helemaal goed zien. Maar aan de andere kant, je moet ook iets aan de verbeelding overlaten.

E: Precies! En daarom dacht ik ook, waarom komt hij uit het water? Ik vraag me altijd af, waarom komt hij uit het water en niet bijvoorbeeld uit de grond of zo?

CS: Het mooie hiervan vind ik dat het een soort ‘middle of nowhere’-gevoel heeft. Bijna uit het niets. Water is toch net iets meer niets dan uit de grond, zeg maar. Daar kun je dichter bij, daar kun je op je knieën liggen om te kijken hoe het zit. Hier moet je iets van een afstand naar kijken en het is verrassend dat het ook zo uit een spiegelende watervlakte oprijst. Dus het heeft ook een mooi verrassingseffect, vind ik. De plaats vind ik erg goed gekozen.

E: Dat houdt het wat mysterieuzer.

CS: Precies, het heeft wat meer mysterieus. En ik denk dat het meer is dan wanneer het gewoon ergens op een grasveldje zou hebben gestaan.

E: Ja, dan kun je er dichter bij komen, kun je het beter bekijken … En het is inderdaad, je weet niet zo goed waar hij vandaan komt. Je weet niet zo goed waar hij naartoe gaat. Vanaf hier houdt de ladder op. En het lijkt een zelf gefabriceerde ladder. Betekent dat ook iets voor jou? Je noemt het beeld heel krachtig en hij gaat iets aan … Heeft dat ook betrekking op jou?

CS: Dat is, denk ik, ook wel de associatie die ik ermee heb. Ik ben van mijzelf een optimistisch mens. Ook al zijn de omstandigheden waarin je op dat moment zit nog zo vervelend, ik denk dat er altijd wel een moment komt dat het over gaat en dat je weer een weidser uitzicht hebt en nieuwe toekomsten hebt. Dus er zit iets hoopvols in. Het past bij mij, bij mijn optimisme en misschien ook bij mijn levenservaring. Dat je inmiddels hebt meegemaakt dat niet alles altijd alleen maar leuk is – sterker nog – soms zijn hele lange perioden heel vervelend. Maar ja, als je altijd maar die blik op de een of andere manier wat omhooghoudt en de kracht in jezelf voelt omhoog te klimmen.

E: Ja, dat is wel heel mooi. Dat spreekt toch voor waarom je dit hebt gekozen en bijvoorbeeld niet iets anders. En dan is het juist die kracht in het beeld …

CS: Klopt. Een bepaalde herkenning of zo. Dat appelleert aan iets wat ik zelf denk te hebben, waar ik graag gebruik van maak op momenten dat het prettig is, maar ook op de momenten dat het even minder makkelijk is in het leven.

E: Nou, daar komt onze derde collega …

Artdirector Mark komt aangewandeld. Terwijl René en Mark halsbrekende toeren uithalen om het juiste perspectief van het kunstwerk te vinden, ronden Emmy en Carla het gesprek af.

E: Aan wie geef jij het stokje door? Wie mogen wij interviewen over haar of zijn favoriete kunstwerk, en waarom?

CS: Marco Hurenkamp, hij is een collega van mij. We werken al een tijd samen, maar het onderwerp kunst is nog nooit tussen ons aan de orde geweest. Ik ben nieuwsgierig of hij iets heeft met kunst, en welke keuze hij gaat maken. Ook leek het me leuk een man uit een andere leeftijdsgroep aan het rijtje toe te voegen. Super dat hij wil meedoen!